Instellingen

30


Jij zult tot hen profeteren

al deze woorden,-
en zeggen zul je tot hen:
de Ene
zal brullen vanuit zijn verhevenheid,
   vanuit zijn heilige woonstee
   laten donderen zijn stem,

brullen zal hij, ja brullen, tegen zijn oase,
een ‘trappen maar’ als van druiventreders
   zal hij aanheffen

over allen die gezeten zijn op de aarde;