Instellingen

34


niet langer hoeven ze dan

ieder zijn naaste en ieder zijn broeder
   te leren en te zeggen:

ge moet de Ene kennen!,
want allen zullen zij hem al kennen,
   van de kleinste bij hen tot hun grootste,
   is de tijding van de Ene,

want ik zal hun ongerechtigheid vergeven
en aan hun zonde niet langer denken!
••