Instellingen

7


Zijt ge voor mij niet
  als de kinderen der Koesjieten,
   zonen en dochters van Israël?,
   is de tijding van de Ene;

heb ik niet Israël doen opklimmen
   uit het land Egypte,

de Filistijnen uit Kaftor / en Aram uit Kier?-