Instellingen

11


Dan zoekt Mozes de zachtheid

van het aanschijn van de Ene, zijn God;
hij zegt:
waarom, Ene,
   zou uw toorn losbranden tegen
   uw gemeente

die gij hebt uitgeleid uit het land van Egypte
met grote kracht en sterke hand?-

12


waarom zouden de Egyptenaren zeggen
   wat ze gaan zeggen:

met kwade opzet heeft hij hen uitgeleid,
   om hen te vermoorden

in de bergen,
om een eind aan hen te maken
op het aanschijn van de –rode– grond!-
keer u af van het branden van uw toorn
en heb berouw over het kwaad
   voor uw gemeente!-

13


gedenk toch

Abraham, Isaak en Israël,
   uw dienaars,

aan wie ge hebt gezworen
bij uzelf
en tot wie ge hebt gesproken:
talrijk maken zal ik jullie zaad
als de sterren des hemels;
en heel dit land waarvan ik heb gezegd
‘ik geef het aan uw zaad’
zullen ze geschonken krijgen voor eeuwig!

14


Dan krijgt hij berouw, de Ene,

over het kwaad
dat hij heeft uitgesproken
   om zijn gemeente aan te doen.