En het was zo: wanneer de dagen van de feestdronk waren omgegaan zond Job bericht en heiligde hij hen: in de ochtend rechtte hij zijn schouders en deed opgangsgaven opgaan naar hun aller getal, want, zei Job, misschien hebben mijn zonen gezondigd en in hun hart God vaarwel gezegend! Zo deed Job al die dagen. •
|