Instellingen

2


De Ene zegt tot Mozes:

spreek
tot je broeder Aäron:
laat hij niet te allen tijde in het heiligdom
bínnen de voorhang komen
tot het aanschijn van het verzoendeksel
   op de ark,
   wil hij niet sterven,

want in de wolk
zal ik mij laten zien,
   boven het verzoendeksel.

3


Híermee zal Aäron binnenkomen
   in het heiligdom:

met een var, zoon van een rund,
   als ontzondigingsgave
   en een ram als opgangsgave.

4


Een heiligdomsmantel van linnen
   zal hij aantrekken,

lendendoeken van linnen
zullen zijn over zijn vlees,
met een band van linnen omgordt hij zich
en met een tulband van linnen tooit hij zich;
heiligingsgewaden zijn dat,
dus zal hij eerst zijn vlees
   met water schoonspoelen
   en ze dan aantrekken.