Zij zegt: als het de koning goeddunkt en als ik genade heb gevonden bij zijn aanschijn, is het dan zuiver wat ik uitsprak voor het aanschijn van de koning en ben ik in zijn ogen goed, moge dan geschreven worden dat de briefrollen met het bedenksel van Haman, zoon van Hamedata de Agagiet, worden teruggetrokken: hij heeft ze geschreven om de Judeeërs uit te roeien waar dan ook ze in ‘s konings gewesten zijn;
|