Maar dan komt de Dag van de Ongezuurden,
waarop het pesach^* Of: paaslam. moest worden geslacht.

Hij zendt Petrus en Johannes uit, zeggend:
trekt vooruit en maakt voor ons
het pesach^* Of: paaslam. gereed,
zodat we dat kunnen eten.

Maar zij zeggen tot hem:
wáár wilt u dat wij het gereedmaken?

Maar hij zegt tot hen:
zie, als ge de stad binnenkomt
zal een mens u tegemoetkomen
die een kruikje water torst;
volgt hem, het huis in
waarin hij naar binnen gaat,-

en zegt dan tot de huiseigenaar van het huis:
de leermeester zegt tot u:
waar is de herbergzaal
waar ik met mijn leerlingen
het pesach^* Of: paaslam. kan eten?-

en hij zal u een grote bovenzaal wijzen
die ingericht wordt;
maakt het dáár gereed!

Maar zij gaan heen, vinden alles
zoals hij hun heeft gezegd
en maken het pesach^* Of: paaslam. gereed.

Wanneer het uur aanbreekt^* Letterlijk: geschiedt.,
gaat hij aanliggen,
en de apostelen met hem.

Hij zegt tot hen: vol verlangen
heb ik ernaar verlangd
vóór mijn paaslijden dit pesach^* Of: paaslam. met u te eten;

want ik zeg u dat ik het niet meer zal eten
tot wanneer het vervuld wordt
in het koninkrijk van God!

Hij verwelkomt een drinkbeker,
dankzegt en zegt:
neemt deze en deelt hem met elkaar;

want ik zeg u, ik zal van nu af niet drinken
wat de wijnstok genereert
totdat het koningschap van God komt!

Hij neemt een brood op, dankzegt, breekt het
en geeft het aan hen, zeggend:
dit is mijn lichaam dat voor u gegeven wordt;
doet dit tot mijn gedachtenis!

Evenzo met de beker ná de maaltijd,
zeggend: deze drinkbeker is
het nieuwe verbond door mijn bloed,
dat voor u vergoten wordt;

alleen, zie, de hand van wie mij prijsgeeft
is met mij aan de tafel;

omdat de mensenzoon voortgaat
overeenkomstig wat bepaald is,
alleen wee díe mens
door wie hij wordt prijsgegeven!

Dan beginnen zij onder elkaar samen te zoeken
wie van hen dat wel mag zijn
die dat gaat uitvoeren.