Instellingen

8


Niets moet ge aan iemand

schuldig blijven
dan elkaar lief te hebben;
want wie de ander liefheeft
heeft een Wet vervuld.

9


Want het ’niet vreemdgaan zul je,

niet moorden, niet stelen, niet begeren’

(Deut. 5,17-21)

en welk ander gebod ook,
wordt in dit woord onder één hoofd gebracht:
‘liefhebben zul je je naaste
zoals jezelf’ (Lev. 19,18).