Instellingen

21


Ge zult niet eten al wat doodgevallen is,-
   aan de zwerver-te-gast in je poorten
   mag je het geven, dan kan hij het opeten

of verkopen aan een buitenlander;
want jij bent een gemeenschap die heilig is
voor de Ene, je God;
je zult een bokje niet koken
   in de melk van zijn moeder.