Instellingen

17


niet doodslaan zul je,

••
niet vreemdgaan zul je,
••
niet stelen zul je,
••
niet antwoorden zul je over je naaste
   als valse getuige;

••

18


niet zul je je zinnen zetten
   op de vrouw van je naaste;* In veel vertalingen is vers 17 verdeeld in vier verzen en is dit vers 21.

••
niet begeren zul je het huis van je naaste,
zijn veld, zijn dienaar, zijn dienstmaagd, zijn os,
   zijn ezel,-

al wat van je naaste is!
••

19


Deze woorden

heeft de Ene gesproken tot heel
   uw vergadering
   op de berg,

vanuit het vuur, de wolk
   en de mistdonkerte,-

met grote stem, en voegde daaraan niet toe;
toen schreef hij ze
op twee stenen platen
en gaf ze aan mij.

20


En het geschiedde,

toen gij de stem hoorde uit het duister
terwijl de berg in brand stond van het vuur,-
toen naderden tot mij
al uw stamhoofden en uw oudsten.

21


Ze zeiden:

ziehier, de Ene, God-over-ons,
   heeft ons doen zien
   zijn glorie en zijn grootheid,

en zijn stem hebben wij gehoord
   vanuit het vuur;

deze dag hebben wij gezien
dat God met de –rode– mens spreekt
en dat hij het overleeft;