Zij naderen voor het aanschijn van Elazar, de priester, voor het aanschijn van Jozua, de zoon van Noen, en voor het aanschijn van de verhevenen, en zeggen: de Ene heeft Mozes geboden ons een erfdeel te geven tussen onze broeders! Dan geeft hij, op last* Letterlijk: mond. van de Ene, aan hen een erfdeel tussen de broers van haar vader.
|