Maar de vorsten der Filistijnen worden grimmig tegen hem en de vorsten der Filistijnen zeggen tot hem: maak dat die man terugkeert!- laat hij terugkeren naar zijn plaats waar jij hem hebt ingelijfd; hij moet niet met ons afdalen in de oorlog en ons niet tot tegenstrever worden in de oorlog; waarmee zal hij zijn heer behagen?, is het niet met de hoofden van deze mannen?-
|