Dan zegt David tot al zijn dienaren die bij hem in Jeruzalem zijn: staat op, laten we vluchten!, want er zal voor ons geen ontkoming zijn,- weg van Absaloms aanschijn!- haast u om heen te gaan, anders haast hij zich, haalt hij ons in en drijft hij het kwaad over ons: de stad zal hij slaan met de bek van het zwaard!
|