Instellingen

12


gaat David heen

en neemt hij
de beenderen van Saul
   en de beenderen van zijn zoon Jehonatan

weg bij
de heren van Javeesj Gilead,-
die zij hebben gestolen
   van het plein van Bet Sjan

waar de Filistijnen hen hebben opgehangen
op de dag
dat de Filistijnen Saul hebben verslagen
   op de Gilboa.