God maakt het wildleven van het land naar z’n verschil, het vee naar z’n verschil en alle kruipsel van de –rode* Het woordspel in het Hebreeuws tussen adam (mens), adama (grond, bodem) en dam (bloed) wordt weergegeven door toevoeging van –rood– bij mens en grond. Zo is duidelijk dat adam (roodbloedige mens) en adama (door ijzeroxide roodkleurige aarde) zijn afgeleid van dam (bloed).– grond naar z’n verschil; God ziet het aan: ja, het is goed!
|