Instellingen

1


Dan zegt de Ene tot Abram:

ga, jij, weg uit je land,
   uit je geboortetent en
   uit het huis van je vader,-

naar het land dat ik je zal doen zien;

2


ik zal je maken tot een groot volk,
   ik zal je zegenen,

ik zal groot maken jóuw naam;
word een zegen!-

3


ik zal zegenen wie jou zegenen

en wie jou verwenst zal ik vervloeken;
door jou zullen gezegend zijn
alle families op de –rode– grond!

4


Dan gáát Abram,

zoals tot hem gesproken heeft de Ene,
en met hem mee gaat Lot.
Abram is een
zoon van vijf jaren en zeventig jaar
bij zijn uittocht uit Charan.