Instellingen

10


Hij zegt:

terugkerend keer ik tot jou terug
   in de tijd van levenschenken,

en dan is hier een zoon bij Sara, je vrouw!
Intussen hoort Sara dit
   in de open kant van de tent,
   achter hem.

11


Abraham en Sara zijn oud geworden,

op dagen gekomen;
opgehouden is het te geschieden aan Sara
naar de wijze der vrouwen.

12


Dus lacht Sara in haar binnenste en zegt:

nadat ik versleten ben
   zal mij nog wellust geschieden?-

en mijn heer is oud geworden!

13


Dan zegt de Ene tot Abraham:

waarom eigenlijk heeft Sara gelachen
   en gezegd

‘ach zal ik waarachtig baren,
   ik die zo oud ben geworden?’-