Instellingen

22


De mannen wenden zich af van daar

en gaan op Sodom aan;
maar Abraham
blijft nog staan
   voor het aanschijn van de Ene.

23


Abraham treedt nader en zegt:

wilt ge werkelijk wegrukken
oprechte en boosdoener samen?-

24


misschien is er een vijftigtal rechtvaardigen
   binnen de stad:

wilt ge die wegrukken,
   en niets vergeven aan die plaats

omwille van de vijftig rechtvaardigen
   in haar schoot?-

25


het vloekt toch bij u
   om te doen naar dit woord,

om rechtvaardige en boosdoener
   samen te doden?-

worden zal het dan ‘zo de oprechte,
   zó de boze!’-

dat vloekt bij u;
de rechter van heel het aardland
zal geen recht doen?

26


Dan zegt de Ene:

als ik in Sodom vijftig rechtvaardigen vind
   binnen die stad,

zal ik aan heel het oord vergeving schenken
   vanwege hén!

27


Abraham antwoordt en zegt:

zie toch, ik heb mij verstout te spreken
   tot mijn Heer,

ik die stof en as ben:

28


misschien ontbreken er

aan de vijftig oprechten vijf,-
zult ge de hele stad verdelgen om dit vijftal?
En hij zegt: ik zal (haar) niet verdelgen
als ik er vind
veertig en een vijftal!

29


Hij voegt nog toe aan het spreken tot hem
   en zegt:

misschien worden er daar veertig gevonden?
Hij zegt: ik zal het niet doen
vanwege die veertig!

30


Hij zegt: laat het toch niet

ontsteken bij mijn Heer, moge ik spreken:
misschien worden er daar dertig gevonden?
Hij zegt: ik zal het niet doen
als ik er daar dertig vind!

31


Hij zegt:

zie toch, ik heb mij verstout te spreken
   tot mijn Heer:

misschien worden er daar twintig gevonden?
Hij zegt: ik zal (haar) niet verdelgen
vanwege de twintig!

32


Dan zegt hij: laat het toch niet

ontsteken bij mijn Heer,-
   moge ik ook deze keer nog spreken:

misschien worden er daar tien gevonden!
Hij zegt: ik zal haar niet vernietigen
vanwege het tiental!

33


Dan gaat hij weg, de Ene,

zodra hij voleindigd heeft
tot Abraham te spreken;
en Abraham is teruggekeerd naar zijn oord.