Instellingen

8


Dan plant

de Ene, God, een hof in Eden,- liefland,
   in het oosten;

en zet dáárin
de –rode– mens
   die hij geformeerd heeft.

9


Ontspruiten doet

de Ene, God, uit de –rode– grond
alle geboomte, bekoorlijk om te zien
   en goed om van te eten,-

met de boom des levens
   in het midden van de hof,

ook de boom
der kennis van goed en kwaad.