Instellingen

24


Hij neemt ze mee

en laat ze de beek oversteken;
wat hem toebehoort laat hij oversteken.

25


Jakob blijft alléén achter;

dan worstelt een man met hem
totdat het morgenrood opklimt.

26


Als hij ziet

dat hij geen overmacht op hem heeft
raakt hij hem in de holte van zijn heup;
zo wordt de holte van Jakobs heup ontwricht
in zijn worsteling met hem.

27


Hij zegt: laat me los,

want het morgenrood is opgeklommen;
hij zegt: ik laat je niet los
tenzij je me zegent!