zeg toch tot het huis der weerspannigheid: weet ge niet wat dit alles betekent?- zeg dan: zie, de koning van Babel kwam naar Jeruzalem, nam haar koning en haar oversten vast en zorgde dat ze bij hem in Babel kwamen;
13
hij nam iemand uit het koninklijke zaad apart en smeedde met hem een verbond; hij zette hem onder een vloekwoord, nadat hij de steunpilaren van het land had weggenomen,
14
opdat het een onbeduidend koninkrijk zou worden dat zich niet zou verheffen maar zijn verbond zou bewaren om te mogen bestaan;
15
maar hij rebelleerde tegen hem door boden van hem naar Egypte te zenden om hem paarden en een talrijke manschap te geven; zal hij gedijen, zal hij ontsnappen die dit alles heeft gedaan?- hij heeft een verbond gebroken en zou ontsnappen?-
16
zowaar ik leef, is de tijding van mijn Heer, de Ene: ondenkbaar dat hij niet in de woonplaats van de koning die hem koning maakte, wiens vloekwoord hij geminacht heeft en wiens verbond hij heeft gebroken,- bij hem, midden in Babel, zal sterven!-
17
en niet met een grote legermacht en met een talrijke vergadering Farao hem zal redden in de strijd, wanneer men een wal zal opwerpen en een schans zal bouwen,- om vele zielen neer te maaien;
18
veracht heeft hij een vloekwoord, een verbond gebroken,- zie, hij heeft zijn hand erop gegeven maar dit alles gedaan: hij zal niet ontsnappen! ••
19
Daarom, zó heeft gezegd mijn Heer, de Ene: zowaar ik leef, ondenkbaar dat ik niet, nu hij mijn vloekwoord heeft veracht en mijn verbond verbroken,- dat terug zal geven op zijn hoofd!-
20
uitspreiden zal ik over hem mijn net en hij zal gevangen raken in mijn strik; ik zal zorgen dat hij in Babel aankomt en hem daar berechten voor zijn ontrouw waarmee hij tegen mij ontrouw is geweest;
21
allen die hem ontvluchten, in al zijn troepen, zullen vallen door het zwaard, en die dan nog over zijn, zullen naar elke windstreek worden verspreid; weten zult ge dat ík, de Ene, heb gesproken! ••