wat is dat met u dat ge op Israëls –rode– grond dit spreekwoord als spreuk hebt en zegt ‘vaders eten zure druiven en de tanden van de zonen worden stomp’?-
3
zowaar ik leef, is de tijding van mijn Heer, de Ene: als er bij u ooit nog iemand is die deze spreuk als spreekwoord gebruikt in Israël!-
4
zie, alle levende zielen zijn van mij, zowel de ziel van de vader als de ziel van de zoon zijn van mij; de ziel die zondigt, alleen díe vindt de dood!- ••
5
stel, iemand blijkt een rechtvaardige te zijn,- hij heeft recht en gerechtigheid gedaan;
6
bij de bergfestijnen heeft hij niet meegegeten en zijn ogen heeft hij niet opgeheven naar de keutelgoden van het huis Israëls,- de vrouw van zijn naaste heeft hij niet besmet en tot een vrouw in haar afzondering nadert hij niet;
7
hij beknot niemand, hij geeft een schuldenaar zijn onderpand terug, hij rooft geen roofgoed,- zijn brood geeft hij aan een hongerlijder en een naakte heeft hij bedekt met een gewaad;
8
tegen rente geeft hij niet en winst neemt hij niet, van onrecht keert hij zijn hand af; waarachtig recht zal hij doen tussen man en man;
9
zal hij volgens mijn inzettingen wandelen en heeft hij mijn rechtsregels bewaakt om in waarachtigheid te doen,- dan is hij een rechtvaardige; leven, ja leven zal hij, is de tijding van mijn Heer, de Ene;