spreek dan tot hen: zó heeft gezegd mijn Heer, de Ene: zie, ik ga de boomtak van Jozef nemen, die nu in de hand van Efraïm is, en de stammen van Israël, zijn bondgenoot,- en ik zal de boomtak van Juda plaats geven tegen hem aan en hen maken tot één boom, in mijn hand zullen ze één worden;
|