Instellingen

7


Hij zegt tot mij:

mensenzoon, dit is de plaats
   van mijn troon,

en dit is de plaats
   voor de holten van mijn voet

waar ik te midden van de zonen Israëls
   wil wonen voor eeuwig;

zij, de zonen Israëls, zullen niet langer
   mijn heilige naam verontreinigen,-

zij noch hun koningen met hun hoererij
en met de lijken van hun koningen
   in hun midden,