Het geschiedt de volgende morgen: Mozes houdt zitting om recht te spreken over de gemeente; de gemeente staat bóvenop Mozes van de ochtend tot de avond.
Mozes’ bruidsvader ziet wat hij allemaal doet voor de gemeente; hij zegt: wat betekent deze zaak waarmee jij doende bent voor de gemeente, wat is de reden dat jij op je eentje zitting houdt met heel de gemeente bovenop je geposteerd van de ochtend tot de avond?
15
Mozes zegt tot zijn bruidsvader: omdat de gemeente bij mij komt om raad te vragen aan God;
16
stel, er is bij hen een zaak en die komt bij mij, dan spreek ik recht tussen een man en zijn naaste; bekendmaken moet ik: de inzettingen van God en zijn onderrichtingen!
17
Mozes’ bruidsvader zegt tot hem: dat is géén goede zaak, zoals jij doende bent!-
18
bezwijken, ja bezwijken zul je, zowel jijzelf als deze gemeente die met je is; want deze zaak is te zwaar voor je, je zult niet bij machte zijn dat alleen te doen;
19
welnu, hoor naar mijn stem,- ik zal je raad geven en God zij met je; wees jij voor de gemeente dicht bij God; kom jij met de zaken bij God
20
en waarschuw hen met de inzettingen en de onderrichtingen; doe aan hen weten de weg die ze moeten gaan en de daad die ze moeten doen;
21
schouw dan zelf in heel de gemeente naar mannen van vermogen, die God vrezen, mannen van trouw, haters van eigenbaat; stel over hen aan: oversten van duizendtallen, oversten van honderdtallen, oversten van vijftigtallen en oversten van tientallen;
22
zij zullen rechtspreken over de gemeente te allen tijde; geschieden zal het: met elke grote zaak komen ze tot jou en elke kleine zaak berechten zij zelf; maak het jezelf lichter, laten zij met jou méé dragen!-
23
als je deze zaak zo doet en God heeft het geboden, dan zul je bij machte zijn staande te blijven en zal ook heel deze gemeente op zijn plaats aankomen in vrede!
24
Mozes hoort naar de stem van zijn bruidsvader; hij dóet al wat die heeft gezegd.
25
Mozes kiest uit het geheel van Israël mannen van vermogen, en geeft hen als hoofden over de gemeente, oversten van duizendtallen, oversten van honderdtallen, oversten van vijftigtallen en oversten van tientallen.
26
Zij hebben te allen tijde rechtgesproken over de gemeente; met de harde zaak komen ze bij Mozes en elke kleine zaak berechten zij zelf.