Ze breken op van Refidiem, ze komen aan in de woestijn Sinaï en legeren zich in de woestijn; Israël legert zich tegenover de berg.
3
Als Mozes is opgeklommen tot God,- roept de Ene hem toe vanaf de berg en zegt: zó zul je zeggen tot het huis van Jakob en zul je melden aan de zonen Israëls:
4
zelf hebt ge gezien wat ik heb gedaan aan Egypte; ik draag u op vleugels van arenden en doe u komen tot mij;
5
welnu, als ge horende hóórt naar mijn stem en mijn verbond bewaakt, dan zult ge mij kostbaarder worden dan alle gemeenschappen; want van mij is heel het aardland;