Hij hakt uit: twee stenen platen, als de eerste; dan recht Mozes in de ochtend zijn schouders en klimt op naar de berg Sinaï,- zoals de Ene hem heeft geboden; in zijn hand neemt hij mee: de twee stenen platen.
Néér daalt de Ene in de wolk en posteert zich daar bij hem; hij roept de naam ‘Ene’ uit.
6
Dan trekt de Ene voorbij, vlak voor zijn aanschijn, en roept hij uit: Ene, Ene, Godheid ontfermend en genadig!- lankmoedig en overvloedig in vriendschap en trouw!-
7
die vriendschap bewaart voor duizenden, die onrecht verdraagt, overtreding en zonde; maar ongestraft: níets laat hij ongestraft, bezoekend het onrecht van vaders aan zonen en zoons-zonen, aan derden en vierden!