Instellingen

1


Draaglast over Ninevee;

de boekrol met het visioen
van Nahum,- troost,
   de Elkosjiet.

2

Ach, een God naijverig en wrekendHoofdstuk 1 vormt een (gedeeltelijk) alfabetisch gedicht met 18 van de 22 Hebreeuwse letters.
   is de Ene
,
een wreker is de Ene,
   een meester in gramschap;

een wreker is de Ene
   voor wie hem benauwen,

vol argwaan blijft hij voor zijn vijanden;

3


de Ene is

lankmoedig maar ook groot van kracht,
ongestraft, nee ongestraft laat de Ene niets.

Begeleid door windhoos en wervelstorm
   was zijn weg,

wolken waren het poeder aan zijn voeten.

4

Grauwend strafte hij de zee af
   en legde die droog,
opdrogen liet hij alle rivieren.

De Basan en de Karmel versmachtten,

de bloesem van de Libanon verwelkte.

5

En de bergen beefden voor hem,
de heuvels wankelden.

Fier verhief zich voor zijn aanschijn de aarde,

de wereld en allen
   die daarop waren gezeten. Zijn

6

grimmigheid, wie kan voor het aanschijn
   daarvan bestaan,
wie houdt stand in de gloed van zijn woede?

Hij, zijn gramschap is aangestoken
   als het vuur,

de rotsen worden door hem gesloopt.

7

In-goed is de Ene,
tot een veste
   ten dage der benauwing.


Ja, hij wil hen wel kennen
   die berging zoeken bij hem;

8


maar in een overstelpende overstroming


komt hij met het einde
   voor wie tegen hem opstaan,-

zijn vijanden zal hij achtervolgen
   de duisternis in.

9

Mensen, wat ge ook tegen de Ene bedenkt,
hij maakt er een einde aan; hij

laat zo’n benauwing geen twee keer ontstaan.

10

Nee, als doornstruiken vervlochten
en als dronkaards zo dronken,-
worden zij verteerd
als droge stoppels, volledig.

11


Uit jou is voortgekomen

de bedenker van kwaad tegen de Ene,-
een Belials-raadsman.

12


Zo heeft gezegd de Ene:

al zijn ze vol vrede en met zovelen,
evenzogoed worden ze weggeschoren
   en is het voorbij;

en heb ik jou laten bukken,
ik laat je niet nog eens bukken!

13

Onverwijld
zal ik zijn staf die op je drukt, breken,-
en je banden losscheuren!

14

Reeds lang echter heeft de Ene
   over jóu geboden:
jouw naam wordt niet meer uitgezaaid.

Uit het huis van je god
   z
al worden weggemaaid
   snijbeeld en gietbeeld,
   ik zal je graf graven
   omdat je te licht bent bevonden!