Instellingen

6


Een zoon eert een vader
   en een dienaar zijn heer:

als ik een Vader ben,
   waar is dan mijn eer,

en als ik Heer ben,
   waar is dan de vreze voor mij?-

heeft gezegd de Ene, de Omschaarde,
tot u, priesters die mijn naam
   minachten;

en gij hebt durven zeggen:
waarin hebben wij dan
   uw naam geminacht?