Maar Ene,
   waarom staat ge in de verte stil, ✡
blijft ge weggekropen
in de tijden van benauwing?-

door de trots van een boosdoener
   brandt een gebukte, ✡
worden zij gegrepen!-
door de plannen die zij beraamden;

want een booswicht prijst zichzelf
   om het verlangen van zijn ziel, ✡
zegent een woekeraar,
hoont de Ene!

Neus in de hoogte,
zoekt zo’n booswicht helemaal niets, ✡
geen God komt er nog voor
in al zijn plannen;

zijn wegen zijn voorspoedig te allen tijde,
tegenover hem gaan uw regels te hoog, ✡
allen die hem benauwen
fluit hij uit;

hij heeft in zijn hart gezegd:
   ik wankel nooit, ✡
van generatie tot generatie
kniel ik niet!

Puilend vol is zijn mond
   van bedrog en bedreiging, ✡
onder zijn tong
enkel onheil en ellende;

hij zit in hinderlagen achter een hofmuur,
op verborgen plekjes
   vermoordt hij een onschuldige, ✡
zijn ogen
loeren op een zwakke;

in het verborgene legt hij lagen
   als een leeuw in een loofhut,
legt zijn lagen voor de

roof van een gebukte, ✡
hij berooft een gebogene
als hij hem meetrekt in zijn net;

hij slaat neer, duikt ineen: ✡
daar viel weer een zwakke
in zijn klauwen!-

zeggen zal hij in zijn hart:
God is het vergeten, ✡
heeft zijn aanschijn verborgen,
nooit en te nimmer iets gezien!

Sta op, Ene,
God, hef op uw hand, ✡
wil gebukten niet vergeten!

Hoe heeft zo’n booswicht
   God kunnen honen?- ✡
hij heeft in zijn hart gezegd:
‘jij zult nergens naar zoeken!’

Maar u zag het,
ja u, ellende en onheil zag u
   om het te wegen in uw hand.

Toeverlaat werd u voor de zwakke, ✡
een wees,
gijzelf zijt zijn helper geworden!-

breek de arm van een booswicht. ✡

Wie kwaad doet:
zoek zijn boosheid op,
   dan is zij nergens meer te vinden!

De Ene is koning
   voor eeuwig en immer, ✡
volkeren zijn verdwenen
uit zijn land!

Zeker hebt gij, Ene,
   het verlangen van gebukten gehoord, ✡
bevestig hun hart,
merk op met uw oor!-

om recht te doen wees en vertrapte,
dat men het nooit meer waagt ✡
een mensje op te jagen
uit het land!