1 | Psalm 102 (101) • Domine, exaudi. (Gebed v. een gebukte, als hij bezwijkt; en voor het aanschijn van de Ene zijn verzuchting uitstort.)
| |
2 | Ene, hoor mijn gebed, ✡ laat mijn hulpgeroep komen tot u!
| |
3 | Houd voor mij niet uw aanschijn verborgen op de dag dat het mij benauwd is,- neig tot mij uw oor, ✡ op de dag dat ik roep geef ijlings mij antwoord!
| |
4 | Want mijn dagen zijn vervlogen in rook, ✡ mijn beenderen zijn uitgebrand als een stookplaats.
| |
5 | Geslagen als het gras en droog is mijn hart, ✡ ja, mijn brood vergat ik te eten.
| |
6 | Vanwege de stem van mijn zuchten ✡ kleeft mijn gebeente aan mijn vlees.
| |
7 | Ik lijk op een roerdomp in de woestijn, ✡ ik ben geworden als een steenuil in ruines.
| |
8 | Ik blijf wakker, ben geworden ✡ als een vogel eenzaam op een dak.
| |
9 | Heel de dag hebben mijn vijanden mij gesmaad, ✡ die over mij zwetsen hebben bij mij gezworen.
| |
10 | Ja, ik heb gegeten: as voor brood, ✡ en wat ik drink heb ik met mijn weeklacht gemengd,-
| |
11 | in het aanschijn van uw gramschap, uw toorn: ✡ want ge hebt mij opgeheven en laten vallen.
| |
12 | Mijn dagen zijn als een schaduw geweken, ✡ en ikzelf, ik verschrompel als het groen.
| |
13 | Maar gij, Ene, zetelt voor eeuwig, ✡ gedachtenis aan u is er voor geslacht na geslacht!
| |
14 | Gij, gij zult opstaan, u over Sion ontfermen, ✡ want het is tijd om haar genade te tonen, ja, het samenkomstuur is gekomen!
| |
15 | Want in haar stenen hebben uw dienaars behagen gehad ✡ en met haar stof zijn zij begaan.
| |
16 | Dan zullen volkeren vrezen de naam van de Ene, ✡ alle koningen der aarde uw glorie!
| |
17 | Wanneer de Ene Sion zal hebben herbouwd, ✡ zich in zijn glorie heeft laten zien;
| |
18 | zich heeft gewend naar het gebed van de berooide, ✡ hun bidden niet heeft veracht.
| |
19 | Dit worde beschreven voor een geslacht van later, ✡ de gemeente die dan wordt geschapen zal loven de Ene.
| |
20 | Omdat hij uit zijn verheven heiligdom neerzag, ✡ de Ene uit de hemelen keek naar de aarde
| |
21 | om te horen de zucht van wie is gebonden, ✡ een opening te schenken aan de kinderen des doods.
| |
22 | Om in Sion te vertellen de naam van de Ene, ✡ in Jeruzalem zijn lof!-
| |
23 | als gemeenschappen eendrachtig te hoop lopen, ✡ koninkrijken tot dienst aan de Ene!
| |
24 | Onderweg brak hij mijn kracht, ✡ verkortte mijn dagen.
| |
25 | Ik zeg: mijn God, laat mij niet opgaan op de helft van mijn dagen: ✡ geslacht na geslachten duren uw jaren!
| |
26 | Voormaals hebt gij de aarde gefundeerd, ✡ ook het maaksel van uw handen: de hemelen!
| |
27 | Zij gaan teloor en gij houdt stand,- alle zullen zij verslijten als het gewaad; ✡ als het kleed verwisselt gij ze en worden zij verwisseld.
| |
28 | Maar gij blijft dezelfde, ✡ uw jaren zijn nooit voltooid!
| |
29 | De zonen van uw dienaars: mogen ze ongestoord wonen, ✡ moge hun zaad voor uw aanschijn bestaan!
| |