Vergeefs dat ge vroeg opstaat, laat pas gaat zitten, en eet het brood der smarten: ✡ want hij geeft aan zijn liefste de slaap.
3
Zie, het erfdeel van de Ene is een bouwwerk van zonen, ✡ echt loon is de vrucht van de schoot.
4
Als pijlen in de hand van een krijgsheld, ✡ zo zijn de zonen als bouwwerk van de jeugd.
5
Zalig de kerel die gevuld heeft zijn pijlkoker met hen; zij worden niet beschaamd, ✡ nee, zij spreken met vijanden in de poort!
6
Wie gaat, gaat voort al wenend, dragend een handvol van het zaad,- wie thuiskomt, komt aan in jubel, ✡ als drager van zijn schoven. Psalm 127 (126) • Nisi Dominus.