Instellingen

1


Psalm 46 (45) • Deus noster refugium. (Voor de koorleider, v. de zonen van Korach;

bij ‘Jonge Meisjes’, een zang.)

2


God is ons een toevlucht en sterkte; ✡

hulp in benauwingen
hogelijk bevonden.

3


Daarom vrezen wij niet
   als de aarde verandert, ✡

als bergen wankelen
in het hart van zeeën,

4


al zullen hun wateren
   kreunen en schuimen, ✡

bergen beven omdat het zo hoog gaat. sela

5


Een rivier,

zijn beken
verheugen de Godsstad, ✡
de heilige
onder de woningen des Allerhoogsten!

6


God is in haar midden, zij wankelt niet, ✡

haar zal God helpen
bij het wenden van de ochtend.

7


Volkeren kreunden,
   koninkrijken wankelden, ✡

hij liet zijn stem horen:
de aarde, die versmolt;

8


bij ons is de Ene, de Omschaarde, ✡

ons is een burcht de God van Jakob! sela

9


Komt, aanschouwt
   de werken van de Ene,- ✡

welke ontzettende dingen hij
   op aarde heeft gedaan;

10


die tot de einden der aarde
   oorlogen doet rusten, een boog verbreekt,
   een speer versplintert, ✡

strijdwagens
wegbrandt in het vuur.

11


Laat af, en erkent: God ben ik, ✡

bij de volkeren verrijs ik,
op de aarde rijs ik op!

12


Bij ons is de Ene, de Omschaarde, ✡

ons is een burcht de God van Jakob! sela