1 | Psalm 59 (58) • Eripe me de inimicis. (Voor de koorleider; ‘Verderf niet’, v. David, een kleinood toen Saul mensen stuurde,- en ze het huis bewaakten om hem te doden.)
| |
2 | Ontruk mij aan mijn vijanden, mijn God, ✡ boven wie tegen mij opstaan, plaats mij in een burcht!-
| |
3 | ontruk mij aan bewerkers van onheil, ✡ van mannen des bloeds wil mij redden!
| |
4 | Want zie, ze legden lagen voor mijn ziel, sterken scholen tegen mij samen,- ✡ niet om een misstap van mij en niet om een zonde, o Ene;
| |
5 | zonder onrecht bij mij stormen ze aan en rusten zich toe: ✡ waak op, mij tegemoet, en zie toe!-
| |
6 | gij Ene, God der strijdscharen, Israëls God, ontwaak om alle volkeren te bezoeken,- ✡ heb geen genade voor al die verraders vol onheil. sela
| |
7 | Ze keren terug tegen de avond, blaffen als honden ✡ en omcirkelen een stad.
| |
8 | Zie, ze strooien met hun mond van alles rond, met zwaarden tussen hun lippen: ✡ ‘want wie is er die het hoort!’
| |
9 | Maar gij, Ene, lacht ze uit, ✡ drijft met al die volkeren de spot!-
| |
10 | mijn sterkte, op u blijf ik wachten, ✡ ja, God is mijn vaste burcht.
| |
11 | Mijn God, mijn vriend,- kom mij tegemoet, ✡ God moge mij doen neerzien op mijn beloerders.
| |
12 | Maar breng ze niet om, anders zal mijn manschap hen vergeten; maak ze in uw macht tot dwaalgasten, en stort ze neer!- ✡ ons schild, o Heer!
| |
13 | In de zonde van hun mond, in het woord van hun lippen, laat ze in hun eigenwaan stikken,- ✡ en om de laster en de leugen die ze vertellen;
| |
14 | maak ze in gramschap af, maak ze af tot er geen meer is en tot ze weten: in Jakob heerst God, ✡ tot aan de randen van de aarde! sela
| |
15 | Ze keren terug tegen de avond, blaffen als honden ✡ en omcirkelen een stad.
| |
16 | Maar zij, eens zullen ze ronddwalen om eten, ✡ geen verzadiging vinden, dan weer de nacht in.
| |
17 | En ik zal bezingen uw kracht, tegen de ochtend juichen om uw vriendschap!- omdat gij mij waart een vaste burcht, ✡ een toevlucht ten dage van benauwing voor mij!
| |
18 | Die mijn kracht zijt, voor u maak ik muziek, ✡ ja, God is mijn vaste burcht!- o mijn God, o vriendschap over mij!
| |