Naardense Bijbel > zoeken
Psalm 6 • Domine, ne in furore. (Voor de koorleider, bij snarenspel, op de achtste, een musiceerstuk v. David.)
Ene, wil mij niet straffen in uw toorn, ✡ niet mij kastijden in uw gramschap!
Wees mij genadig, Ene, want ik schrompel weg, Ene, genees mij, ✡ want tot in het bot ben ik verbijsterd!
Mijn ziel is verbijsterd, bovenmate, ✡ en gij, Ene: tot wanneer?
Keer terug, Ene, schenk mijn ziel weer vrijheid, ✡ red mij ter wille van uw vriendschap!
Want geen die u gedenkt in de dood,- ✡ wie zal u dankzeggen in de hel!
Afgemat ben ik van mijn zuchten, drijfnat maak ik elke nacht mijn bed, ✡ mijn sponde spoel ik met mijn tranen weg.
Mijn oog is dof geworden van verdriet, ✡ verstard in al wat mij benauwt.
Maar wijkt van mij!, alle aanstichters van ellende, ✡ want de Ene heeft het huilen van mijn stem gehoord!
Gehoord heeft de Ene mijn smeken om genade, ✡ de Ene, mijn bidden neemt hij aan!
Al mijn vijanden worden beschaamd en zeer verbijsterd, ✡ keren terug, ineens gehuld in schande!