Instellingen

1


Psalm 94 (93) • Deus ultionum. God die zal wreken, o Ene, ✡

God der wrake, verschijn!–

2


o rechter der aarde, verhef u, ✡

keer tegen trotsen
wat zij bewerken!

3


Tot wanneer, Ene, zullen bozen, ✡

tot wanneer
zullen boosdoeners triomferen?-

4


mogen ze verwatenheid uitstrooien,
   verwoorden, ✡

mogen hun zegjes zeggen
al die bedrijvers van onheil!–

5


mogen ze, Ene, uw gemeente vertrappen, ✡

uw erfdeel verdrukken?-

6


weduwvrouw en zwerver wurgen, ✡

weeskinderen vermoorden?-

7


en zeggen: ‘de Ene ziet niks, ✡

de God van Jakob
merkt het niet!’

8


Merkt het op,
   redelozen in de gemeenschap, ✡

stommelingen,
wanneer komt ge tot verstand?

9


De planter van het oor zou niet horen?- ✡

of de formeerder van het oog,
zal hij niet kijken?

10


Die volkeren kastijdt,
   klaagt hij nu niet aan?- ✡

die Adam les gaf, zal hij niet weten?-

11


de Ene

die weet van de plannen der mensen ✡
dat zij niets zijn dan een nevel!

12


Zalig de kerel, Ene, die gij kastijdt, ✡

die ge les geeft uit uw Wet!-

13


om hem rust te gunnen
   van dagen vol kwaad, ✡

totdat voor de boze een kuil is gegraven.

14


Want nooit zal de Ene
   zijn gemeente begeven, ✡

zijn erfdeel
zal hij niet verlaten.

15


Want tot gerechtigheid keert recht terug, ✡

en dat achterna gaan
alle oprechten van hart.

16


Wie zal voor mij
   bij kwaadstichters opstaan, ✡

wie zich voor mij posteren
bij bedrijvers van onheil?

17


Was niet de Ene mij tot hulpe, ✡

bijna!–
had mijn ziel gewoond in de stilte!

18


Als ik moest zeggen:
   mijn voet wankelde!- ✡

uw vriendschap, Ene,
zal mij ondersteunen!

19


In de vele zorgen in mijn binnenste ✡

zullen uw vertroostingen
mijn ziel verkwikken.

20


Is met u verbonden de troon van verderf,- ✡

formeerder
van kwelling, op last van een inzetting?

21


Waar ze kerven
   in de ziel van de rechtvaardige,- ✡

en bloed onschuldig tot boosdoener maken!-

22


daar is mij de Ene tot een burcht, ✡

mijn God
de Rots van mijn toevlucht!

23


Hij zal tegen hen keren hun onrecht,

met hun eigen kwaad hen teniet doen,- ✡
teniet doen zal hen
de Ene, onze God!