En wanneer ge de maai-oogst van uw land afmaait, zul je niet zover gaan dat je de hoek van je veld óók kaalmaait,- en de nalezing van je maaisel zul je niet oplezen; voor de gebogene en de zwerver zul je dat achterlaten,- ik, de Ene, ben God-over-u! ••
|