Hij zegt: hoort toch naar mijn woorden!- als hij een profeet van u zou wezen, zou ik, de Ene, mij in een gezicht aan hem bekendmaken,- in de droom met hem spreken;
zo is het niet met mijn dienaar Mozes: met alles van mijn huis is hij vertrouwd;
8
van mond tot mond spreek ik met hem, in wat ik laat zíen en niet in raadsels,- hij ontwaart de gestalte van de Ene; waarom hebt ge u dan niet ontzien om woorden te hebben met mijn dienaar, met Mozes?