Instellingen

6


spreek

tot de zonen en dochters van Israël:
een man of een vrouw, stel
ze doen één van alle zonden
   van de –rode– mens* Het woordspel in het Hebreeuws tussen adam (mens), adama (grond, bodem) en dam (bloed) wordt weergegeven door toevoeging van –rood– bij mens en grond. Zo is duidelijk dat adam (roodbloedige mens) en adama (door ijzeroxide roodkleurige aarde) zijn afgeleid van dam (bloed).

en zijn zo ontrouw en trouweloos
   tegen de Ene,

dan heeft die ziel schuld op zich geladen.

7


Belijden zullen ze

hun zonde
die ze hebben gedaan:
terugbrengen zal men de hoofdsom
   van wat men schuldig is

en een vijfde ervan daaraan toevoegen;
geven zal men het
aan wie men het schuldig is.