Instellingen

36


Dán

komt Jezus met hen
op een landgoed dat Getsemanee heet,
en hij zegt tot de leerlingen:
zet u hier neer terwijl ik wegga
en dáár zal bidden!

37


Hij neemt bij zich Petrus

en de twee zonen van Zebedeüs,
en begint bedroefd en bang te worden.

38


Dán

zegt hij tot hen:
‘mijn ziel is diepbedroefd’ (Ps. 42,6-12; 43,5),
tot stervens toe;
blijft hier en waakt met mij!

39


Een klein eindje verder gekomen

valt hij bij het bidden op zijn aanschijn
en zegt: mijn Vader, als het mogelijk is,
laat dan deze beker aan mij voorbijgaan;
alleen: niet zoals ík wil, nee, zoals gij…

40


Hij komt bij de leerlingen

en vindt hen slapend,
en hij zegt tot Petrus:
zó, ge zijt niet eens sterk genoeg
om één uur met mij te waken?-

41


waakt en bidt,

opdat ge niet in beproeving komt;
de geest is wel gewillig
maar het vlees is zwak!

42


Weer, voor een tweede keer,

gaat hij weg en bidt; hij zegt:
mijn Vader, als het niet mogelijk is
dat hij voorbijgaat zonder dat ik hem drink:
uw wil geschiede!

43


Als hij komt vindt hij hen wéér slapend,

want hun ogen zijn zwaar geworden.

44


Hij láát hen daar, gaat weer weg

en bidt voor een derde keer;
hij zegt hetzelfde woord wéér.

45


Dán

komt hij bij de leerlingen en zegt tot hen:
ge slaapt vérder en rust uit?-
zie, het uur is genaderd,
en de mensenzoon wordt overgegeven
in handen van zondaars;