1 | Hij stapt het schip in, steekt over en komt aan in de eigen* In het Grieks is dit een woordje met de stam id. Die stam is ook de kern van Griekse woorden voor zien en weten; i.p.v. ‘eigen’ zou hier daarom ook geziene kunnen worden gelezen. Tussen 8,1 en 10,1 komt deze stam (3×7=) 21 maal voor. stad.
| |
2 | En zie, ze hebben tot hem een verlamde gebracht, neergeworpen op een draagbed. Bij het zien van hun vertrouwen zegt Jezus tot de verlamde: vat moed, kind, jóuw zonden worden vergeven!
| |
3 | En zie, enkelen van de schriftgeleerden zeggen bij zichzelf: híj lastert!
| |
4 | Jezus ziet hun gedachten en zegt: waarom zulke boze gedachten in uw harten?-
| |
5 | want wat is eenvoudiger: te zeggen ‘je zonden worden vergeven’ of te zeggen ‘ontwaak en wandel’?-
| |
6 | maar opdat ge zult inzien dat de mensenzoon volmacht heeft om op de aarde zonden te vergeven… dán zegt hij tot de verlamde: ontwaak, neem je bed op en ga heen naar je huis!
| |
7 | En hij ontwaakt en gaat weg naar zijn huis.
| |
8 | De scharen die dat zien worden vervuld van vreze en verheerlijken God, dat hij zo’n zeggenschap aan de mensen heeft gegeven.
| |
9 | Als Jezus daarvandaan verdergaat, ziet hij een mens bij het tolhuis zitten, Matteüs geheten, en hij zegt tot hem: volg mij! Hij staat op en volgt hem.
| |
10 | En het geschiedt wanneer hij aanligt in zijn huis,- zie, vele tollenaars en zondaars komen en zijn gaan aanliggen met Jezus en zijn leerlingen.
| |
11 | De Farizeeërs die dat zagen hebben tot zijn leerlingen gezegd: waarom eet uw leermeester bij die tollenaars en zondaars?
| |
12 | Maar hij hoort dat en zegt: wie sterk zijn hebben geen heelmeester nodig, maar wel wie er kwalijk aan toe zijn;
| |
13 | trekt verder en leert wat het is: ‘ontferming wil ik en geen offer’ (Hos. 6,6): want ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, nee: zondaars!
| |
14 | Dán komen de leerlingen van Johannes tot hem en zeggen: waarom vasten wíj en de Farizeeërs wél, maar vasten úw leerlingen niet?
| |
15 | En Jezus zegt tot hen: de ‘zonen van het bruidsvertrek’ zijn toch niet bij machte om te rouwen zo lang de bruidegom bij hen is?- maar er zullen dagen komen waarin de bruidegom van hen is weggehaald en dán zullen zij vasten;
| |
16 | niemand werpt een opwerpstuk van ongekrompen laken op een oud kleed; want dat haalt zijn vulstuk los van het kleed, en een ergere scheuring geschiedt;
| |
17 | ze werpen ook geen nieuwe wijn in oude zakken, anders barsten de zakken, wordt de wijn vergoten en gaan de zakken verloren; nee, ze werpen nieuwe wijn in nieuwe zakken, en beide blijven bewaard!
| |
18 | Terwijl hij dat tot hen uitspreekt zie, een overste, één, komt nabij, betuigt hem hulde en zegt: mijn dochter is zojuist ten einde gegaan!- maar kom, leg uw hand op haar en zij zal leven!
| |
19 | Klaarwakker volgt Jezus hem, met zijn leerlingen.
| |
20 | En zie, een vrouw die al twaalf jaren aan bloedvloeiingen lijdt, komt van achteren tot hem en pakt de zoom van zijn kleed vast.
| |
21 | Want, heeft ze bij zichzelf gezegd, als ik alleen maar zijn kleed vastpak, zal ik worden gered!
| |
22 | Maar Jezus keert zich om, ziet haar en zegt: vat moed, dochter!- je geloof heeft je gered! En vanaf dat uur is de vrouw gered.
| |
23 | Jezus komt het huis van de overste binnen, en ziet de fluitspelers en de onrustige schare;
| |
24 | hij heeft gezegd: maakt ruimte,- want het meisje is niet gestorven maar slaapt! Ze hebben hem uitgelachen.
| |
25 | Maar wanneer de schare is uitgeworpen komt hij binnen, grijpt haar hand en het meisje wordt wakker.
| |
26 | De faam hiervan gaat uit naar heel die landstreek.
| |
27 | Als Jezus daarvandaan verdergaat volgen hem twee blinden die schreeuwen en zeggen: ontferm je over ons, zoon van David!
| |
28 | Als hij het huis binnenkomt komen de blinden naar hem toe; Jezus zegt tot hen: gelooft ge dat ik bij machte ben dat te doen? zij zeggen tot hem: ja, heer!
| |
29 | Dán pakt hij hun ogen vast en zegt: aan u moet geschieden naar uw geloof!
| |
30 | En hun ogen worden geopend! En ook snauwt Jezus hun toe en zegt: ziet toe dat niemand er kennis van krijgt!
| |