Instellingen

12


En meteen drijft de Geest hem uit,

de woestijn in.

13


Hij is in de woestijn geweest,

veertig dagen lang
beproefd door de satan;
hij is bij de (wilde) dieren geweest,
ook hebben de aankondig-engelen
hem bediend.

14


Nadat Johannes is overgeleverd

komt Jezus Galilea binnen,
en predikt hij de aankondiging van God.

15


Hij zegt: het momentum is vervuld,

en genaderd is het koningschap van God!-
bekeert u, en gelooft
in de aankondiging!

16


Voorttrekkend langs de zee van Galilea

ziet hij Simon en Simons broer Andreas
met een werpnet bezig in de zee,-
want zij zijn vissers geweest.

17


Jezus zegt tot hen: hierheen jullie,

mij achterna, en ik zal maken
dat ge vissers van mensen wordt!

18


Meteen laten ze de netten los

en volgen hem.

19


En een stukje verdergelopen

ziet hij Jakobus van Zebedeüs
en zijn broer Johannes,
en die zijn in de boot bezig
de netten in orde te brengen.

20


Meteen roept hij hen;

zij laten hun vader, Zebedeüs,
achter in de boot, met de huurlingen,
en gaan weg, hem achterna.

21


Zij trekken Kafarnaoem binnen;

en meteen is hij op de sabbatdagen
de samenkomst binnengekomen
en gaan onderrichten.

22


Ze zijn versteld geweest

over zijn onderricht,
want in zijn onderricht is hij geweest
als een die gezag heeft,
en niet zoals de schriftgeleerden.

23


Meteen is er in hun samenkomst

een mens geweest,
behept met een onreine geest;
die krijst

24


en zegt:

wat is er tussen ons en jou,
Jezus Nazarener!-
ben je gekomen om ons te vernietigen?-
ik wéét van jou wie je bent:
de heilige van God!

25


Jezus straft hem af en zegt:

zwijg jij, en kom uít hem!