Ook heeft hij in zijn onderricht gezegd: kijkt u uit voor de schriftgeleerden wier wil het is in lange gewaden rond te lopen, met begroetingen op de markten,
vooraanzitten in de samenkomsten en vooraanliggen bij de maaltijden;
40
die de huizen van de weduwen opeten en als verontschuldiging langdurig bidden: zij zullen een overvloediger oordeel moeten aannemen!
41
Hij zet zich neer tegenover de schatbewaking en is gaan aanschouwen hoe de schare kopergeld in de schatbewaking werpt. Vele rijken hebben er veel ingeworpen.
42
Er is één weduwe, een arme, gekomen die er twee penningen heeft ingeworpen, dat is een duit.
43
Hij roept zijn leerlingen bijeen en zegt tot hen: amen, ik zeg u dat deze weduwe, die arm is, er meer heeft ingeworpen dan allen die iets in de schatbewaking wierpen;
44
want allen hebben er ingeworpen uit hun teveel, maar zij heeft uit haar tekort alles wat ze had ingeworpen,- heel haar levensonderhoud!