en dit zijn zij langs de weg, waar het Woord gezaaid wordt: wanneer zij het horen komt meteen de satan en haalt het Woord weg dat in hen gezaaid is;
16
en dit zijn zoals die op de rotsgrond worden gezaaid, die, wanneer zij het Woord horen het meteen met vreugde aannemen:
17
ze hebben geen wortel in zich nee, zij zijn (mensen) van het moment; als er vervolgens verdrukking geschiedt of vervolging, vanwege het Woord, struikelen zij meteen;
18
en anderen zijn zij die tussen de distels worden gezaaid; dat zijn zij die het Woord hebben gehoord,
19
en de zorgen van deze wereldtijd, de begoocheling van de rijkdom en de verlangens omtrent de overige dingen dringen binnen en verstikken het Woord, en het wordt vruchteloos;
20
en dit zijn zij die op de goede aarde worden gezaaid: die het Woord horen, en verwelkomen, en vrucht dragen, één (deel) dertig-, één (deel) zestig- en één (deel) honderdvoud!