Het wordt sabbat en hij begint eraan onderricht te geven in de samenkomst; en de velen die horen zijn verslagen geweest en hebben gezegd: vanwaar heeft hij deze dingen en wat is de wijsheid die aan hem wordt gegeven?- en zulke krachten, die door zijn handen geschieden?-
3
is hij dan niet de timmerman, de zoon van Maria en de broer van Jakobus, Joses, Juda en Simon?- en zijn zijn zussen niet hier bij ons? Ze zijn over hem gestruikeld.
4
En Jezus heeft tot hen gezegd: een profeet is nooit ongeëerd, behalve in zijn vaderstad, onder zijn verwanten en in eigen huis!
5
Hij is niet bij machte geweest daar één enkele (daad van) kracht te doen, behalve aan enkele stumpers,- die hij de handen oplegt en geneest.
6
Hij verwondert zich over hun ongeloof, en is de dorpen in het rond langsgetrokken en heeft daar onderricht gegeven.