Instellingen

25


En zie, zomaar een wetgeleerde staat op

om hem op de proef te stellen, en zegt:
leermeester, wat doende
zal ik eeuwig leven beërven?

26


Maar hij zegt tot hem: in de Wet,-

wat is daar geschreven, hoe lees je dat?

27


Maar ten antwoord zegt hij:

‘liefhebben zul je de Heer je God,
vanuit heel je hart, met heel je ziel,
met al je kracht’ (Deut. 6,5)
en met heel je verstand,
en: ‘je naaste aan jou gelijk’ (Lev. 19,18)!

28


Maar hij zegt tot hem:

je hebt juist geantwoord!-
doe dit en je zult leven!