Maar: zomaar enkelen zijn bij hem in datzelfde moment en doen hem kond over de Galileeërs wier bloed Pilatus heeft vermengd met dat van hun offerdieren.
En ten antwoord zegt hij tot hen: denkt ge dat deze Galileeërs grotere zondaars zijn geweest dan ál de Galileeërs, dat ze dit alles hebben moeten lijden?-
3
nee!, zeg ik u; maar als gij u niet bekeert zult ge allen evenzo omkomen;
4
of die achttien, op wie de toren bij de Siloam viel en hen doodde,- denkt ge dat zij schuldiger zijn geweest dan álle mensen die in Jeruzalem wonen?-
5
nee!, zeg ik u, maar als gij u niet bekeert zult ge allen evenzo omkomen!