Maar hij zegt tot hem: zomaar een mens heeft een grote avondmaaltijd aangericht; hij roept er vélen
17
en op het uur van de avondmaaltijd zendt hij zijn dienaar uit om tot de geroepenen te zeggen: komt, omdat het reeds gereed is!-
18
dan beginnen zij eenparig zich allen te verontschuldigen; de eerste zegt tot hem: ik heb een akker gekocht en ik moet nodig er op uit gaan om die te bezien ik vraag je: houd mij voor verontschuldigd!-
19
een ander zegt: ik heb vijf spannen ossen gekocht en ik vertrek om die te keuren; ik vraag je: houd mij voor verontschuldigd!-
20
een ander zegt: ik heb een vrouw getrouwd en daardoor ben ik niet bij machte te komen!-
21
als de dienaar aanlandt doet hij zijn heer van deze dingen kond; dán zegt de huiseigenaar woedend tot zijn dienaar: ga met haast uit naar de pleinen en straten van de stad,- en de armen, kreupelen, blinden en lammen, leid die hier binnen!-
22
als de dienaar zegt: heer, geschied is wat je opdroeg en nóg is er plaats!,
23
zegt de heer tot de dienaar: ga uit naar de wegen en stegen en dwing ze om binnen te komen, opdat mijn huis vol wordt!-
24
want ik zeg u: niemand van die mannen die geroepen waren zal van mijn avondmaaltijd proeven!