Instellingen

1


Maar hij heeft tot hen een zinnebeeld gezegd

met het oog daarop dat ze altijd
moesten bidden
en niet verslappen,-

2


zeggend:

er is in zomaar een stad
zomaar een oordelaar geweest
die God niet vreesde
en om geen mens zich bekommerde;

3


maar er is juist in die stad een weduwe geweest,

die tot hem kwam, zeggende:
verschaf mij recht
jegens mijn rechtstegenstander;

4


hij heeft niet gewild, een tijd lang,-

maar daarna zegt hij bij zichzelf:
hoewel ik God niet vrees
en mij om geen mens bekommer

5


zal ik toch,

doordat deze weduwe mij last bezorgt,
haar recht schaffen,
opdat ze niet uiteindelijk
mij in m’n gezicht komt slaan!

6


Maar de Heer zegt:

hoort wat hij zegt,
de oordelaar die geen recht wou schaffen!-

7


maar zou God het dan niet doen,

recht schaffen aan zijn uitverkorenen,
die tot hem schreeuwen dag en nacht
en lankmoedig zijn jegens hen?

8


ik zeg u dat hij het met haast zal doen,

hun recht verschaffen!-
alleen: als de mensenzoon komt,
zal hij dan dit geloof wel vinden
op het aardland?